Wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur raakt onderwijsvrijheid

12 februari 2009

Eind december is de wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur bij de Tweede Kamer ingediend. Deze wet zet in op minimumleerresultaten en breidt daarvoor de interventiemogelijkheden in het kader van het overheidstoezicht uit. Ook moet de wet leiden tot verbetering van het intern toezicht. Volgens de Besturenraad is de wet in inbreuk op de vrijheid van onderwijs.

De Besturenraad, de werkgeversorganisatie voor het protestants-christelijk onderwijs, is kritisch over het wetsvoorstel. Eén van de kritiekpunten betreft de vrijheid van onderwijs. Door van minimumleerresultaten een bekostigingsvoorwaarde te maken, perkt het wetsvoorstel de werking van artikel 23 van de Grondwet fors in. De staatssecretarissen maken volgens de Besturenraad onvoldoende aannemelijk dat zo'n ingreep in het onderwijsstelsel de enige mogelijkheid is om de kwaliteit van het onderwijs te handhaven.

Dergelijke ingrepen zijn in strijd met de vrijheid van inrichting die in artikel 23 van de Grondwet wordt gewaarborgd.

Bijkomend punt rond de vrijheid van onderwijs is ook dat de kwaliteit van islamitische scholen gemiddeld lager is dan van de overige scholen in Nederland.

Zie ook:

> Terug naar het nieuwsoverzicht <