Congres vrijheid van onderwijs

20 juni 2012

Wetenschappers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties verzamelden zich donderdag 14 juni rond het thema Vrijheid van onderwijs. Een geselecteerd panel reageerde op bijdragen van Paul Scheffer, Matthias Storme (Universiteit Antwerpen en Katholieke Universiteit Leuven) en Charles Glenn (Boston University).

Onderwijs is niet zomaar het verlengde van de opvoeding, maar biedt een bredere horizon, vindt Scheffer (Universiteit van Amsterdam, Tilburg University). Hij betoogde dat de vrijheid in de school boven de vrijheid van de school uitgaat. Onderwijs heeft de roeping om de horizon van het kind te openen, ook voor de zeggingskracht van religieuze taal.

Vorming
De voorzitter van het Vlaams Katholiek Onderwijs, mw. Van Hecke, vond dat de discussie over de rol van de overheid met betrekking tot kwaliteit nog gestart moest worden. Ze is duidelijk niet gecharmeerd van neutraliteitsdenken en van relativisme. Scholen hebben een taak om onverschilligheid tegen te gaan door de vorming van leerlingen veel ruimte te geven. Uitgesproken profielen van scholen helpen daarbij.

Scheffer vindt dat het bijzonder onderwijs onvermogen vertoont in de invulling van identiteit. Van Hecke ziet juist dat ouders graag (mede) invulling geven aan de identiteit van de school.

Sociale cohesie
James Kennedy (Universiteit van Amsterdam) bood een historische relativering van het vermeende gebrek aan sociale cohesie. Volgens hem is de sociale cohesie nu waarschijnlijk heel wat sterker dan aan het begin van de 20e eeuw. Er bestaat een grote overeenstemming van waarden in de Nederlandse samenleving; mogelijk is er juist een gebrek aan diversiteit en zou je de verschillen aantrekkelijker moeten maken. Daarin is de vrijheid van de school ook van groot belang.

Bron:

> Terug naar het nieuwsoverzicht <