Consquent personeelsbeleid nodig voor bijzondere scholen

5 november 2014

Vorige week heeft het College voor de Rechten van de Mens een belangrijke uitspraak gedaan voor het bijzonder onderwijs. Het College heeft uitspraak gedaan in een zaak op het Greijdanuscollege in Zwolle, waarin een docente tekenen en handvaardigheid van kerk was veranderd. Zij sloot zich aan bij een kerk, die niet aansloot bij de grondslag van de school. Omdat de school voor voortgezet onderwijs haar daarom niet meer bij de school vond passen, werd de docente na 18 jaar dienstverband ontslagen. Zij wendde zich vervolgens tot het College, omdat ze vond dat er sprake was van discriminatie. Het College oordeelt nu dat de school niet discrimineerde door haar te ontslaan.

De docente vindt dat de school niet consequent is in haar personeelsbeleid, omdat de school ook probeert te fuseren met instellingen van een ‘andere evangelische grondslag’ en ook omdat de school al veel eerder wist van veranderingen in haar geloof. Verder vindt ze dat ze op de school kan blijven werken, omdat ze al jaren goed functioneert en de Bijbel onderschrijft. Het kerklidmaatschap vindt ze daarbij niet relevant. Ze wil geen handtekening onder het identiteitsdocument van de school zetten, omdat ze dit niet kan onderschrijven. Ze geeft aan dat meerdere collega’s dit document niet zullen ondertekenen en vindt dat ze hierop dus niet afgerekend mag worden.

De school vindt dat zij een consistent beleid voert, omdat er eerder al van een collega afscheid is genomen om vergelijkbare redenen en omdat de docente meermalen is gewezen op de consequenties van haar geloofsveranderingen. De benoemingsvereisten worden strikt toegepast. Het van harte onderschrijven van de gereformeerde grondslag blijft een eis voor het personeel. Daarbij hoort ook het ondertekenen van het identiteitsdocument. Omdat de docente dat niet wilde, heeft de school haar ontslagen.

Verwoorden grondslag
Het College hecht grote waarde aan hoe de grondslag van de school is verwoord in de statuten en in de akte van benoeming én de aanwezigheid van een identiteitsdocument. In de statuten staat opgenomen dat personeelsleden de grondslag dienen te onderschrijven en dus ook belijdend lid dienen te zijn bij een van de daargenoemde kerken. In de statuten staat daarnaast de volgende bepaling: ‘Indien een personeelslid niet meer voldoet aan deze voorwaarden, dan is dit voldoende grond om de arbeidsovereenkomst te beëindigen’.

Wat ook van belang is, is de constatering van het College dat consistent beleid niet inhoudt dat een eenmaal vastgestelde grondslag of beleid niet gewijzigd zou mogen worden. Het College vindt dat de school consistent beleid voert ter handhaving van haar grondslag. Niet ter discussie staat dat de school het recht heeft om onderwijs met een gereformeerde identiteit na te streven. Voor een school met een dergelijke grondslag is het niet onbegrijpelijk of onredelijk om te mogen eisen dat het personeel deze grondslag moet kunnen omarmen, uitdragen en vormgeven. Het hanteren van een lidmaatschapseis van bepaalde kerken ligt in het verlengde daarvan. De leden van het College zeggen nadrukkelijk dat ze geen oordeel uit zullen spreken over de vraag of de docente ‘voldoende geloofskern’ heeft om binnen de gereformeerde grondslag van de school te kunnen functioneren. Bovenstaande afwegingen van het College zijn opvallend in het licht van de politieke discussie rond de AWGB zoals die de laatste maanden is gevoerd.

Consequenties
Dit oordeel laat zien dat scholen hun grondslag strikt mogen handhaven. Het is verstandig om die grondslag duidelijk in zowel statuten, akten van benoeming en bijvoorbeeld in een identiteitsprofiel te verwoorden. Als er maar een heldere grondslag staat en de scholen een consequent personeelsbeleid voeren, is het volgens het oordeel mogelijk om een personeelslid te ontslaan dat de grondslag niet meer onderschrijft en bijvoorbeeld van kerk veranderd is.
Voor de reformatorische scholen kan dit bijvoorbeeld betekenen het niet langer behoren tot de zes kerken die traditioneel tot de achterban van onze scholen behoren.

Dit artikel is een bewerking van 'College Mensenrechten honoreert consequent personeelsbeleid christelijke scholen', VGS, 4 november 2014

Zie ook:

> Terug naar het nieuwsoverzicht <