Hoornbeekcollege mag leerling weigeren

16 september 2006

Het reformatorische Hoornbeeck College in Amersfoort hoeft een 16-jarige jongen uit Veenendaal niet toe te laten als leerling. De school mag de jongen weigeren, omdat op een aantal punten niet aan de toelatingseisen is voldaan.

Hoornbeeck Amersfoort

Dat heeft de rechter in Utrecht op 1 augustus 2006 bepaald in een kort geding dat door de jongen, Thomas Roest, en zijn ouders tegen de school was aangespannen. In het vonnis stelt rechter mr. Van der Burg-van Geest dat bijzondere scholen op basis van hun religieuze toelatingsnormen het recht hebben leerlingen niet toe te laten, ook al hebben ouders "een sterke en op redelijke gronden berustende voorkeur" voor het onderwijs aan die school. De ouders van de Veenendaalse jongen, die tot nu toe leerling was op het christelijke Ichthus College in Veenendaal, overwegen hoger beroep aan te tekenen.

Volgens het Hoornbeeck College past het "totaalbeeld" dat uit gesprekken en door ouders verstrekte informatie naar voren kwam, onvoldoende bij de identiteit van de school. De ouders hebben onder meer tv, vinden het niet noodzakelijk dat meisjes rokken dragen en vinden dat het ontbreken van een medezeggenschapsraad haaks staat op de drieslag gezin-kerk-school. De ouders verklaarden zich echter bereid de regels van de school te accepteren en wilden het identiteitsdocument en de grondslag ondertekenen.

Volgens de ouders ging het om accentverschillen, die een toelating van hun zoon tot de opleiding onderwijsassistent niet in de weg hoeven te staan. Volgens de rechter komt dat oordeel echter de school toe. Omdat de school de vastgelegde "kenmerken van levensbeschouwelijk bedrag" baseert op de grondslag, kunnen afwijkende meningen volgens de rechter niet als accentverschillen worden aangeduid.

Kritisch is de rechter echter over het tv-bezit onder huidige docenten en leerlingen van de reformatorische mbo-school. Omdat het niet is weersproken, gaat de rechter ervan uit dat een behoorlijk aantal docenten en leerlingen wel over tv beschikken. "Kennelijk worden er wel leerlingen toegelaten uit gezinnen waar men over een tv beschikt, als daar maar niet openlijk voor uitgekomen wordt." De rechter vraagt zich af of daardoor geen ongelijke behandeling ontstaat. Bovendien, zo stelt ze, is het de vraag of het afwijzen van tv-bezit nog wel een norm is om de reformatorische identiteit mee in stand te houden, wanneer een behoorlijk aantal docenten en leerlingen wel degelijk over een tv-toestel blijkt te beschikken.

Reactie
De advocaat van de ouders, mr. J.A. van Laar, noemt het vonnis van de Utrechtse rechter "teleurstellend en verbazingwekkend". "Op onderdelen bevat het innerlijke tegenstrijdigheden. In de ene paragraaf stelt de rechter dat niet wordt betwist dat aan alle toelatingseisen is voldaan, terwijl in een andere paragraaf wordt gesproken over het niet voldoen aan alle eisen."

Van Laar stelt dat hieruit blijkt dat de school "eigenlijk op basis van niets" de leerling heeft afgewezen. "Wat overblijft is dat de zus van Thomas in de zomervakantie wel eens een broek draagt en dat de ouders positieve ervaringen hebben met medezeggenschap, maar het beleid van Hoornbeeck willen respecteren. Alle andere dingen, zoals tv, internet en theologische verschillen, vallen weg. Dat blijkt ook uit het vonnis. De ouders zeggen ook tal van andere ouders aan te kunnen wijzen, die op precies dezelfde wijze in het leven staan als zij. Terwijl de kinderen van die ouders zonder problemen op het Hoornbeeck College zijn toegelaten, door het invullen van een formuliertje."

Directeur M.F. van Leeuwen van het Hoornbeeck College laat vanaf zijn vakantieadres weten "zeer dankbaar" te zijn dat de rechter het toelatingsbeleid van de school onaangetast heeft gelaten. Hij benadrukt dat het de school nooit alleen om tv of internet te doen is geweest, maar dat het ging om het totaalplaatje. "Er moet sprake zijn van een wederzijdse overtuiging dat school en gezin bij elkaar passen. Daar maken wij een gewetensvolle afweging in, tijdens vaak zeer indringende vergaderingen. Het is niet zo dat wij punten optellen om te kijken of een leerling toegelaten kan worden. Ik erken dat er sprake is van een spanningsveld."

Van Leeuwen is evenwel blij dat de school van de rechter zelf de uitleg van de identiteit mag bepalen, op basis waarvan ook de toelating gebeurt. Naar aanleiding van de opmerking van de rechter over het tv-bezit onder docenten en leerlingen merkt de directeur op dat voor docenten tv-bezit "wel degelijk een uitsluitend criterium is". "Docenten hebben een voorbeeldfunctie." Maar Van Leeuwen sluit niet uit dat een aantal docenten toch over tv beschikt, wellicht aangeschaft nadat ze zijn aangenomen. "Wij gaan niet langs de huizen om dat te controleren."

Hoger beroep
Op 28 augustus heeft de advocaat van de ouders, mr. Van Laar, bekend gemaakt dat de ouders in beroep gaan tegen de uitspraak van de rechter. Volgens de advocaat is het de ouders "in het geheel niet duidelijk geworden welke criteria al dan niet juist zijn getoetst en gewogen. Zulks uiteraard binnen een consistent beleid en onder strikte bewaking van het gelijkheidsbeginsel." De ouders menen "dat er ruimte moet zijn voor accentverschillen in visie op de invulling van het christen-zijn, zulks onder meer als onderdeel van de bescherming en eerbiediging van zaken die strikt onder de persoonlijke levenssfeer vallen." Ze vinden de handelwijze van de school "vaag en subjectief."

> Terug naar het nieuwsoverzicht <