Wees zuinig op Nederlandse onderwijsstelsel

Wim Kuiper (Verus) - afkomstig uit: Reformatorisch Dagblad (2017-01-24)

Het Nederlandse onderwijsstelsel faciliteert openbaar en bijzonder onderwijs van hoge kwaliteit. Het is iets om zuinig op te zijn, betoogt Wim Kuiper.

Tweejaarlijks stelt Oidel, een organisatie uit Genève die zich bezighoudt met onderwijsvrijheid, een index op van een groot aantal landen op het terrein van onderwijsvrijheid. Nederland staat op de tweede plaats. Er is maar één manier om de eerste positie te krijgen. Dat is door van al het openbaar onderwijs ook bijzonder onderwijs maken.

Wie naar deze index kijkt, beseft dat onderwijsvrijheid tegelijk ook een goede index is voor democratische rechtsstaten. Niet voor niets is deze vrijheid erkend als mensenrecht.

Niet alleen onderwijsvrijheid, maar ook gelijke bekostiging van het onderwijs is echter essentieel. Waar gelijke bekostiging achterwege blijft, zie je een elite die met eigen geld particulier onderwijs gaat inrichten. Segregatie en ongelijke kansen zijn dan nogal eens ongewenste bijproducten.

In nogal wat landen is er sprake van een driedeling in het bestel. Er zijn overheidsscholen, geheel of gedeeltelijk bekostigde bijzondere (confessionele) scholen en particuliere elitescholen. Een dergelijk bestel hebben we in Nederland tot dusver weten te voorkomen door de gelijke bekostiging.

Overheidsbeïnvloeding
Ook in andere opzichten is het in Nederland beter geregeld dan elders. De overheid heeft door de langjarige sterke presentie van bijzonder onderwijs ook een soort ingebouwde terughoudendheid als het om beïnvloeding van scholen gaat.

Dat is in sommige landen wel anders. Er zijn veel keurige democratieën waar nationalistische politici de inhoud van geschiedenisboekjes soms verregaand opleggen aan scholen. Op ons eigen continent zien we dit bijvoorbeeld in landen zoals Hongarije en Polen.

In andere landen heeft links populisme de wind in de zeilen. In bijvoorbeeld Griekenland en Portugal wordt het bijzonder onderwijs op allerlei manieren bemoeilijkt ten faveure van staatsonderwijs. De vaak krachtige socialistische onderwijsvakbonden in die landen werken daar hard aan mee.

Nederland is wat dit betreft een lichtend voorbeeld. We hebben een bestel met een hoge kwaliteit van zowel bijzonder als openbaar onderwijs. Er is daardoor relatief weinig kansenongelijkheid, een goede keuzemogelijkheid, buitengewoon tevreden ouders, en een aanzienlijke mate van ruimte voor onderwijsprofessionals. Tel uw zegeningen en blijf het uitventen, zou ik zeggen.

Ongemak
Toch lijkt de consensus over de zegeningen van dit bestel zelfs in ons land af te brokkelen. Het openbaar onderwijs propageert natuurlijk al zo’n honderd jaar een alternatief model, waarbij er geen bijzonder onderwijs meer is en iedereen naar eenzelfde soort school ‘met een uitroepteken’ gaat.

Ook in sommige politieke kringen is er sprake van een roep om een radicale verandering. Een meerderheid van het GroenLinkscongres heeft onlangs uitgesproken dat het afgelopen moet zijn met de onderwijsvrijheid. Wat ouders willen ten aanzien van onderwijs moeten ze in hun eigen tijd en met hun eigen geld maar doen, zo is de gedachte. Deze gedachte lijkt ingegeven door het gevoelde ongemak in atheïstische hoek over de grote hoeveelheid scholen met een christelijk of katholiek profiel. De top van GroenLinks neemt gelukkig afstand van dit wel zeer radicale geluid.

Ik zie niet snel een tweederdemeerderheid in het parlement voor het schrappen van artikel 23. Dat beseffen de tegenstanders ook. Daarom wordt er gezocht naar mogelijkheden om door gewone wetgeving of door onderwijsbeleid toe te werken naar een geleidelijke wijziging van het bestel.

De acceptatieplicht bijvoorbeeld zou het moeilijker kunnen maken om een eigen onderscheiden schoolprofiel te bewaren, met uitholling van binnenuit als gevolg. Ook zijn er pogingen om langs de weg van kerndoelen, exameneisen, landelijke ontwerpen voor een nieuw curriculum of uitbreiding van eisen van deugdelijkheid, kwaliteit en uniforme toetsing toe te werken naar meer greep van de overheid op de onderwijsinhoud en het pedagogisch klimaat.

Schaalvergroting
Fundamenteler nog zijn de neveneffecten van regionale samenwerking en schaalvergroting. In het middelbaar beroepsonderwijs hebben we in de jaren 90 een van bovenaf opgelegd proces van schaalvergroting gezien. Dat heeft geleid tot het ontstaan van grote regionale opleidingscentra (roc’s), die vaak een monopolie in hun regio hebben. Veel van de eigen profielkleur is tijdens de schaalvergroting verloren gegaan.

Zo’n proces is bij het primair en voortgezet onderwijs moeilijker voorstelbaar. Toch zou het zomaar kunnen zijn dat we in de toekomst grote regionale gebiedsautoriteiten krijgen waar scholen van allerlei snit onder vallen. Dit hoeft de diversiteit van de scholen niet acuut te bedreigen, maar kan op termijn wel leiden tot uitholling ervan. De nieuwe bekostiging van het onderwijs, waar een volgend kabinet over zal moeten beslissen, lijkt een sterke impuls te gaan opleveren voor op zijn minst bestuurlijke schaalvergroting. Ik ben er niet helemaal gerust op.

Ik ga positief afsluiten. Dat kost me, ondanks de genoemde zorgen, gelukkig niet veel moeite. De samenleving is in de afgelopen decennia pluriformer geworden. Naast individualisering lijkt er in een globaliserende samenleving ook weer een groeiende behoefte te komen aan gemeenschap en eigenaarschap. Zowel professionals als mondige ouders en leerlingen claimen ruimte om in het onderwijs verantwoordelijkheid te dragen. Ten opzichte van interventionistisch overheidsbeleid en ten opzichte van marktwerking kan een vitaal maatschappelijk middenveld ook de komende decennia een vitale ”countervailing” macht vormen. Dit binnen de institutionele bedding die door onze voorouders honderd jaar geleden op zo’n gelukkige manier is gevormd.

Binnen die bedding is de constante innovatie die het onderwijs nodig heeft absoluut mogelijk. Een radicale aanpassing van ons bestel is daarom niet nodig. Dit jubileum en deze bijeenkomst dragen er hopelijk toe bij dat we nog meer van het besef daarvan doordrongen raken.

De auteur is voorzitter van Verus, een koepelorganisatie voor katholiek en christelijk onderwijs. Dit artikel is een bewerking van de rede die hij maandag tijdens een bijeenkomst op de Vrije Universiteit in Amsterdam hield over een eeuw onderwijspacificatie. Het is eerder gepubliceerd in en met toestemming overgenomen van het Reformatorisch Dagblad.