Pleidooi voor een nieuwe schoolstrijd

H. Philipse (hoogleraar Utrecht; bekend vanwege atheïsme) - afkomstig uit: N.R.C. (2003-12-18)

(...) Niemand heeft echter voorgesteld de vrijheid van onderwijs, die door lid 2 van art. 23 wordt gewaarborgd, aan banden te leggen, waarmee wordt bedoeld de vrijheid van natuurlijke of rechtspersonen om onderwijs te geven.

Veeleer gaat de discussie over de vraag of de overheid op grond van lid 5 bij de wet nadere eisen van deugdelijkheid kan en moet stellen aan het bijzondere onderwijs dat op grond van lid 7 naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs uit de openbare kas bekostigd wordt. Deze grondwettelijk gewaarborgde gelijke bekostiging van bijzonder onderwijs is onbekend in veel landen, zoals Frankrijk. (...)

De elegantste oplossing bestaat erin de koehandel van 1917, waarbij de liberalen gedwongen werden overheidsfinanciering van confessioneel onderwijs te aanvaarden in ruil voor het algemeen kiesrecht, waartegen de confessionele partijen bezwaar maakten, ten dele terug te draaien door de gelijke bekostiging van confessioneel onderwijs af te schaffen. Deze oplossing heeft het grote voordeel dat in Nederland een heldere scheiding van kerk en staat in het leven wordt geroepen, zodat het seculiere karakter van de Nederlandse staat ook voor nieuwkomers duidelijk is. Evenals in de Verenigde Staten moet de grondwet dan elke vorm van financiering van scholen op religieuze grondslag verbieden, zodat een 'wall of separation between Church and State' wordt opgetrokken, om de woorden van Jefferson te gebruiken. (...)

Voor deze oplossing pleit ook het feit dat openbare scholen en bijzondere scholen ten gevolge van secularisering, schaalvergroting en verzelfstandiging van openbare scholen, steeds meer op elkaar zijn gaan lijken, zodat het duale stelsel nauwelijks nog bestaansrecht heeft. De overheidsbekostiging van confessionele scholen kan gemakkelijk worden afgeschaft door de bestaande confessionele scholen, die in meerderheid toch al geseculariseerd zijn, de mogelijkheid te bieden zich om te vormen tot op afstand gezette openbare scholen.

De veelgeprezen voordelen van het duale systeem, zoals de mogelijkheid van schoolkeuze door de ouders of een zekere marktwerking, kunnen gehandhaafd worden door ouders een vrije keuze tussen openbare scholen te geven en openbare scholen verder te verzelfstandigen. Tevens komt zo een einde aan de misstand dat sinds lang geseculariseerde confessionele scholen op hypocriete wijze hun religieuze identiteit oppoetsen om allochtone leerlingen te kunnen weigeren.

Wie echter de gelijke bekostiging van confessioneel bijzonder onderwijs wil handhaven en toch met premier Balkenende vreest dat islamitische scholen zullen verworden tot gevangenissen van achterstand, zal nadere eisen van deugdelijkheid aan het bijzonder onderwijs willen stellen. Professor Peters van de Universiteit van Amsterdam betoogde onlangs dat het stellen van dergelijke eisen, ook al zijn ze algemeen geformuleerd, in strijd is met de godsdienstige neutraliteit die de overheid in acht moet nemen, omdat ze met name moslimscholen onevenredig zwaar treffen. Peters verwijst naar het anti-discriminatiebeginsel van art. 1 Grondwet, volgens hetwelk gelijke gevallen gelijk behandeld moeten worden. Hij had ook de vrijheid van richting van art. 23 lid 5 kunnen inroepen.

Op grond van dezelfde artikelen kan men beter het tegendeel beargumenteren. In de eerste plaats heeft de wetgever in art. 23 lid 2 van de Grondwet aan effectief toezicht voorrang gegeven boven de vrijheid van onderwijs en van richting, zodat op grond van lid 5 nadere eisen van deugdelijkheid kunnen worden gesteld mits de vrijheid van richting blijft bestaan. Wat art. 1 betreft kan men opmerken dat moslimscholen juist niet gelijk zijn aan andere confessionele scholen, omdat ze voor bijna honderd procent uit achterstandskinderen bestaan, veelal een kwetsbaar bestuur hebben, en overwegend allochtoon mono-ethnisch zijn. Het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod houden dan in dat ethnische segregatie van scholen die achterstanden bestendigen, bestreden moet worden. (...)

Al met al zijn er voldoende gronden om een nieuwe schoolstrijd te ontketenen."

Herman Philipse, hoogleraar Utrecht